‘Wat brengt mensen samen’, vraag ik me al lang af. Sinds mijn tiener jaren verdiep ik me er in en had het geluk reeds van begin twintig bij een aantal invloedrijke clubs achter de gordijnen te mogen kijken. En lang ben ik lid geweest van de Industrieele Groote Club waar ik piano kon spelen, sigaren kon roken en zo de dingen doen die je als zestiger gewoon doet, en als twintiger nog speciaal vindt.
Hieronder een kleine selectie van plekken waar mensen samenkomen die ik uit persoonlijk ervaring ken en waar ik wat meer context bij kan vertellen. Wel uit de oude doos verhalen…
De wat Officiëlere clubs

Koninklijke Industrieele Grote Club
De eerste club waar ik lid van werd was de Industrieele Groote Club. Ik was het jongste lid met mijn 21 jaar en een stropdas die verplicht was en die ik nog net kon stroppen.
De club was een fusie van de Groote Club, waar de adel samen kwam en de Industreele club, waar industriëlen wat spraken en rookte. De adel had geen geld meer, club opgeheven en zo samengegaan. Verder dateert de club van iets van 1788. In de oude tijd had de club nog kamers waar je kon logeren, dat was niet meer toen ik lid werd ergens rond 1980 moet dat zijn geweest.

Dames waren niet welkom, dat zou de sfeer maar veranderen, mannen zo was de gedachte gingen dan ineens last krijgen van haantjesgedrag en dat wilde men niet.
Deals daar gemaakt? Voor mijn vriendin regelde ik een stage bij het prestigieuze notaris en advocaten kantoor. Ook ontmoette ik er ministers, rechters, burgemeesters, captains of industrie en zo meer, maar dat zei me helaas toen niet veel, dus een adresboekje met namen heb ik niet meer. Minister Westerterp hielp me aan een stage bij de Optiebeurs. En ook daar maakte ik een start met de Rotaract.
Men noemt het een sociëteit en club.

Kom binnen in de club en lees wat over hoe het toen ging.



Een bellekoord, de rekening betalen met een pennenstreek, chesterfield banken, grote sigaren roken, als jongeren tussen ministers en andere invloedrijke personen zitten. Als je het hebt over een periode in mijn leven, toen mijn leven zijn start maakte die speciaal was, was het deze periode wel.
Jongste lid
‘Zal ik u een stropdas lenen?’. Euh…. U? Ik ben 20….. en een stropdas…. Dat is goed… ‘Deze is al voorgestropt, doe die maar snel om, meneer Munk zit al op u te wachten’ zo zei de portier tegen me. Zo begon mijn eerste introductie in de IGC.
Een brede trap op, met tapijt aan een roede vastgemaakt, de trap rond in een cirkel en dan de eerste verdieping. Telefoonhokje links, -mobile telefoons bestonden nog lang niet- de grote zaal voor je. Twee brede deuren en je stapte binnen in de wereld waar beslissingen voor het land werden gemaakt, waar overlegd werd over grote industriëlen werken, waar zakelijk disputen werden beslecht aan de tafel discreet apart gezet.
Open gesprekken met mensen van invloed
Omdat je pas lid kon worden na een ballotage, ging iedereen er van uit dat als je iemand trof in de club, deze persoon van uitmuntende standing was. Betrouwbaar, intelligent, redelijk rijk en met invloed in Nederland. Een elite.
Daarom waren de gesprekken open, wat besproken werd bleef ‘onder ons’. En de gewoonte was geen zakelijk gesprekken te voeren in de clubzaal of bar. Daar zat je in de ruime stoelen wat sigaren te roken, wat de drinken en een conversatie te voeren over zaken als hoe de wereld ervoor stond, welke nieuwe inzichten interessant waren, welke veranderingen te zien waren in de maatschappij en zo meer. Eenmaal aan tafel mocht het eens, kort, over zakelijke dingen gaan. Vaak dan een aanzet die vervolgt ging worden op een ander moment.
Mijn plezier: piano spelen en dan eten
De club was in de avond vaak verlaten, het meeste werd er gebruik van gemaakt in de dag. Want de leden waren allemaal captain of industrie, die hadden overdag te tijd om te overleggen met een koffie, ruime lunch of aperitief drankje in de buurt. De avond was dan voor mij, met plezier mocht ik in de grote clubzaal wat piano spelen, terwijl ik net ervoor mijn eten voor diner had besteld. En als dat klaar was en vanuit de keuken was opgediend werd ik gehaald en begeleid naar de diner zaal, waar ik op gestevend damasten tafelkleed in rust mijn avond eten ad.
Wat maakte het speciaal? Alleen zijn in een zaal vol macht
Grote stoelen voor een enorme open haard.
Tafellakens en grote onderborden.
Belangrijke mensen voor de maatschappij toegankelijk.
Geen poeha. Iedereen, binnen grenzen, gelijk.
Wat losse aardigheden
Rekening, nooit gezien…. Je betaalde met een krabbel op een rekening en verder zag ik er niets meer van. De rekening werd opgestuurd en betaald door de administratie op je werk. Zo simpel.
Gasten bij uitzondering meebrengen. Elk jaar kreeg je twee toegangsbewijzen waar je dan gasten op mocht meebrengen. Een uitzonderlijk iets dus zo was de suggestie.
Balkon die speciaal was door WOII. Er zijn verhalen te vinden van het balkon tijdens de tweede wereldoorlog. Niet veel voor hier, maar zoek het maar eens op.
Geen haast. Niemand in de club had haast. Men was er voor het gesprek. Zonder zakelijke doelen. Dat zou maar lijken alsof je iets van mensen moest. En dat was niet de mores van de club. En je had alle tijd, want jij was ergens een invloedrijk iemand wiens functie het was met mensen te spreken en visies te ontwikkelen.
Geen haantjesgedrag. Natuurlijk vinden we het nu niet kunnen, vrouwen de toegang ontzeggen. Maar de leden vonden dat met vrouwen erbij de mannen haantjes gedrag gingen vertonen, dat zou het gesprek maar eenzijdig beïnvloedden. Graag ga ik met je het gesprek aan of dat zo is. En als het wel of niet zo is, wat dan het effect is.
Elitair, maar met empathie voor de wereld. De gesprekken waren tussen mensen ‘die het gemaakt hadden’, elitair. Maar steeds met het besef dat dit kwam met verantwoordelijkheden voor de maatschappij. Ik heb er vele initiatieven horen starten die boven het eigen belang uitgingen. Dat was toen, die ingesteldheid kan ik me zo indenken is nu niet meer.

Het logo
De dingen waar ik nog eens over moet schrijven
Receptie en man die tekende met Oost-Indische inkt.
Het altijd ‘meneer’ zeggen. Je bleef ‘meneer’ altijd.
De Munk tafel, een diner tafel steeds met ander mensen gevuld., om het gesprek breed te houden.
Zitten roken in het uitbouwsel, het koertje.
Veel werd er gerookt. En aangestoken met een eigen lucifer.


Als je lid was van de club mocht je ook bij andere clubs binnen. Lees daarover hieronder.
Update
Toen ik lid werd, honderden jaren geleden, kreeg ik nog een stropdas bij binnen komst de eerste keer, ik had die niet om en men had daarop gerekend door altijd stropdassen achter de receptie van de portier te hebben.
Dresscode. Van iedereen gelijk, naar doe maar wat
Die dresscode is aangepast las ik. Uit een enquête haalde men dat de leden mekaar graag op een dag in de week mekaar op informele wijze wil begroeten. Alsof dat van je kleding afhangt. Nog steeds al men Rolex horloges dragen om het onderscheid te maken. Iets dat niet hoeft als je daar niet gevoelig voor bent. Gewoon omdat die status niets zegt voor geciviliseerde mensen. Je status is wat je zegt en hoe je je gedraagt. Dom gedrag met of zonder stropdas blijft dom gedrag. Een aap met een pak of Rolex blijft een aap…
Sinds 1913 is de manier waarom mensen de club in kwamen de ‘tenue de villen’, de vertaling daarvan vaak een maatpak en altijd met stropdas. Na een tijdje, we spreken over 2013 en erna mochten leden ook binnen met een katoenen boek en overhemd en eventueel colbert. Let op het woord ‘eventueel’. En dan op vrijdag schijnbaar de dress-down day. Dat is een indicatie dat men de andere dagen de dress niet ‘down’ vond. Het moest maar ‘gewoontjes’ worden….. terwijl je in een club zit met een toegang controle op geld en relaties… tja…
Het werd toen drukker, mensen zonder stropdas kwamen meer. Een eerste neergang zou ik denken voor het gehalte. Grappig genoeg schrijf ene directeur van de IGC daarover dat ze mensen dan naar de Bijenkorf, de warenhuis winkel, tegenover de ICG verwezen om een stropdas te kopen. En dan kon, want dat warenhuis open tot tien uur in de avond. Geen geleende stropdassen meer die in mijn tijd een vorm van service waren. Dus veel lidgeld betalen, maar wel je eigen stropdas moeten halen en een halfuur van je tijd kwijt zijn. Zullen arme mensen zijn geweest die lid werden.
Dames
Die mochten ook binnen. Maar met een aangepaste uitleg van ‘tenue de ville’. Dat was voor vrouwen toen dat ze ook met een broek naar binnen mochten. Men schrijft: ‘Netjes en niet al te opvallend is het uitgangspunt, maar verder kan een dame met veel wegkomen.
Waar hebben we het over ook weer? Een club.
Men schrijft: ‘ De Club, die zich sinds 2013 ‘koninklijk’ mag noemen zit 100 jaar op op de Dam, in het pand Industria. De vereniging telt 1500 leden, veelal afkomstig uit de top van het bedrijfsleven of bijvoorbeeld de gemeentepolitiek. Leden moeten minimaal op hbo-niveau hebben gestudeerd of een zakelijke of maatschappelijke positie bekleden waarin een dusdanig niveau tot uitdrukking is gebracht,’ aldus de reglementen.
Oxford en Cambrigde Club, Londen.
Deze in Loden gevestigde club is de standaard voor clubleven in de wereld. Lees daarover meer in mijn blog.



RAF club, Londen.
Ook een legendarische club die toen ik er was me wat sober over kwam. Wellicht logisch, een club van soldaten zal wel niet erg vrolijk of gezellig mogen zijn. Heb er verder geen herinneringen aan.
Koninklijke Roei- en Zeilvereeniging ‘De Maas’, Rotterdam.
Een mooi sociëteits gebouw aan de maas en verder het verhaal dat het eens van de oudste watersport verenigingen is in Nederland. Bij mijn bezoek kwam het me er netjes en saai over, de lunch was goed en uitzicht ook.
Warande – Brussel.
Met een Porsche reed ik er naartoe in gescheldschap van de directeur van een reclamebureau die iedereen in België die er een beetje toe doet kent. De club is gelegen naast de Amerikaanse ambassade, dus een grondige check met spiegels onder de auto was het aanrijdt ritueel. Afgestofte, het Vlaamse woord voor net geklede, heren staan je op te wachten om zeker te maken dat je lid bent en laten je dan toe in de wereld van de Brusselse achterafkamertjes gesprekken.
Zelf vond ik er weinig aan. Dat kwam deels omdat men Frans sprak, wat ik versta maar niet terug kan spreken en dan het een erg cleanen indruk maakte. Te ‘pedanterig’ waren de mensen naar mijn smaak. En natuurlijk, dit is België, een groot gehalte van ‘familie van’ mensen. Heb een keer netjes bedankt voor de dringende uitnodigingen tot vooral lid te worden. Ben blij niet langs de verplichte ballotage te zijn gedaan. Verder een aardig plek om eens geweest te zijn. Jaren later werkte ik een kantoor een paar panden ernaast. Zelfde status van straat en park voor de deur, verder zonder verplichtingen, veel beter.



Wat officieuzere Clubs
Barretje Hilton
Dit was een plek waar ik als verse directeur van een taleninstituut wel kwam. Meer voor de spanning om echte criminele te spotten dan om iets anders. Een goede vriend had zo een Italiaanse speedboot die bij het hotel aangemeerd was dat was wel tof. En dat het tegenover het kantoor van een van de 06-miljonairs was waar ik weleens werk voor had gedaan, was ook wel aardig.
Verder geen schietpartijen meegemaakt, hoogstens van mis geschoten flirt zinnen naar de dames die eigenlijk gewoon ‘way out of my league’ waren….
Blauwe Engel
Een cafe in het World Trade Centre in Amsterdam, een tijd de hub van mensen die werkte in de telecom industrie. Ik maakte in het WTC een start met Interoute.
De Old Dutch
Schitterende plek ergens in hartje Rotterdam. Clubzaal met sfeer en dikke biefstukken. Op denk ik de maandag avond was het de avond van de financiële mannen en op dinsdag die van de olieboeren. Dan stond de bar ook vol met blondines van het wat ‘makkelijker in de omgang’ soort.
Als er nu een plek is waar ik van denk dat er goede zaken werden gedaan is het hier wel.


Sociëteit De Witte
Nog eens wat over schrijven.
Sociëteit De Unie.
Een schitterende plek, echt nog zoals het zijn moet. Hout en hout. Imposante bar met geduldige rijzige man met snor. Alles zoals je het mag verwachten in het centrum van het ‘Gooise matras’ in Hilversum.
Service Clubs
Dit zijn clubs waar mensen samen komen om gemeenschappelijk doelen te bespreken en hebben vaak een soort maatschappelijke missie. De vorm kan een open of gesloten vorm zijn, internationaal of nationaal en heeft vergaderingen op verschillende plekken.
In alfabetische volgorde
Fifty-One club international Ladies
Volgens wiki acht clubs met tegen de honderd leden.
Innerwheel
Drieduizend leden in 70 clubs.
Junior Kamer
Dit is dacht ik de voorloper van de Lions Club. Hier ben je lid tot je iets van veertig bent en dan moet je door naar de Lions. Nog redelijk actief in Nederland, maar helemaal zeker weet ik dat niet meer (anno 2023)
Kiwanis
Die zie je in Nederland ook her en der. Volgens wiki tweeenhalf duizend leden in meer dan honderd clubs.
Ladies Circle
Achthonderd leden.
Lions Club
Deze is na de Rotary de grootste club in Nederland met twaalfduizend leden.
Leo Club
Nog eens opzoeken
Lyceum club

Bericht uit de Telegraaf.
Orde van den Prince
Nog eens opzoeken
Ronde Tafel
Nog eens opzoeken
Rotary International
Het grootst aantal leden in Nederland van iets van twintigduizend. Ook een groot internationaal verband.
Hier kan ik wat over vertellen, want heb een jongeren club hiervan opgericht en moest langs veertien Rotary clubs om een praatje te houden om draagvlak te krijgen. Meer daarover hier of eens als we mekaar spreken.
Soroptimist International
Nog eens opzoeken
Zonta
Nog eens opzoeken
Ook nog: 41 club (Belgie), Keltic Leopolsburg (Belgie), Marnixring (Belgie)
Ook nog eens wat over schrijven: Odd Fellows, Vrijmetselarij, etc
Vele andere plekken zijn er natuurlijk nog. Maar die ken ik niet persoonlijk, dus die opzoeken op het internet kan net zo goed en doet dan een neutraal verhaal.

Meer verhalen horen over hoe je een stap kan maken in de elite? Vraag me er naar.
Vaak vertel ik een verhaal hierover aan studenten. Van de Universiteit Leiden of Nyenrode. Elite clubs op zich….
Rudolph Regter, lente 2023
Alle copywriter van de foto’s op deze pagina liggen bij de clubs zelf. Mochten die iets verwijderd willen hebben zal ik dat direct doen naar eerste verzoek daartoe