Het idee van de Waardeketen van Porter is gebaseerd op de procesvisie op organisaties. Dus een organisatie bekeken vanuit activiteiten en hun samenhang. Het is een systeem waar je iets in stopt, er dan iets mee gaat doen en er dan weer uit komt. Omdat dit een veel gebruik model is en bekend sinds 1985 zal je er bergen materiaal over vinden op het internet, dat ga ik hier niet nog eens overtypen. Dus zoek wat rond.
Je stopt er graan in, je gaat er brood mee bakken en dat verkoop je.
Of stopt er ijzer en elektronica in en wat rubber, maakt er een auto van en die zet je in de showroom en verkoop je.
Uitleg van het model.
(in korte versie, het internet staat vol met uitleg)
Aan de bovenkant zijn de secundaire processen. De infrastructuur, HRM, Technologische ontwikkelingen en Inkoop ondersteunen het primaire proces.
Aan de onderkant dan de primaire processen. Primair, want die leveren geld op.
Op alle momenten kan je een onderscheidend vermogen maken, een unique selling point. Neem een supermarkt. AH is goed in Marketing en Sales. Aldi is goed in inkomende logistiek, daardoor kunnen ze goedkoop zijn. Jumbo is goed in operations en uitgaande logistiek, daarom kunnen ze inzetten op altijd verse producten.
Wat is het nut van dit model?
Finance. Je kan zien waar je meeste budget naartoe gaat en of dat een fit heeft met waar de organisatie zijn kracht wil leggen.
Bedrijfskunde. Waar zitten welke knoppen. En dit geeft een overzicht daarvan.
Human resource management. Waar wil de firma goed in zijn, in welk onderdeel en hoe geef je daar invulling aan?
Commerciële economie? Waar zet je jouw slagkracht in? Bij de inkoop van producten om zo veel marge te maken? Of juist aan de verkoopkant?
Grip op je: 