Kwam deze dagen in een portfolio de participatie ladder tegen als model. Een student, Minelfa, gebruikte dat model, ik kende het niet en ben er enthosiast over. (Je kan haar denk ik inhuren om ook eens bij jouw organisatie in een workshop uit te werken.) Het lijkt me goed te gebruiken bij het bestuderen van besluitvorming in en buiten organisaties. Verdiepte me er een beetje in, hieronder de kernpunten.
Het is een model dat werd ontwikkeld door Sherry Arnstein in 1969 in haar artikel ‘A Ladder of Citizen Participation’. De ladder beschrijft verschillende niveaus van betrokkenheid van mensen in besluitvormingsprocessen.
De participatieladder wordt vaak gebruikt, zo lees ik, om projecten of beleidsvormingsprocessen te evalueren en om te bepalen hoe mensen meer invloed kunnen krijgen. Het benadrukt dat echte participatie meer is dan alleen consultatie en informatie; het gaat om het delen van macht en verantwoordelijkheid.
De acht treden van de participatieladder
De ladder is verdeeld in drie hoofdcategorieën:
Categorie 1: Niet-deelname
- Manipulatie: Mensen worden alleen geïnformeerd om instemming te verkrijgen, zonder daadwerkelijke inspraak.
- Therapie: Participatie wordt gebruikt om mensen ‘op te voeden’ en hun gedrag te veranderen, zonder echte invloed op besluiten.
Categorie 2: Schijnparticipatie
- Informatie: Mensen worden geïnformeerd, maar er is geen mogelijkheid om invloed uit te oefenen.
- Raadpleging: Mensen worden om hun mening gevraagd, maar de macht blijft bij de autoriteiten (hun input wordt niet gegarandeerd verwerkt).
- Inspraak: Mensen kunnen advies geven, maar het besluit ligt volledig bij de machtige partij.
Categorie 3: Echte participatie
- Partnerschap: Besluitvorming wordt gedeeld tussen mensen en autoriteiten.
- Delegatie van macht: Mensen hebben beslissingsbevoegdheid over bepaalde kwesties.
- Burgercontrole: Mensen hebben volledige controle en maken alle beslissingen.
Maak van het woord ‘mensen’ eventueel ook ‘burgers’ als je voor een ministerie werkt of zo.

Heb jij lezer nu ook het gevoel dat je vaak in een situatie zit van schijnparticipatie? Ik hoor graag je mening en ervaringen.
In het artikel van Sherry Arnstein ziet de ladder er zo uit. Veel meer mooiere plaatjes zijn later verschenen, maar dit is de basis. Het artikel kan je overal op internet vinden.

Analyseren via vragenlijst
Hier een voorbeeld van een vragenlijst met tien vragen die je zou kunnen gebruiken om de mate van participatie van jou afdeling of organisatie te beoordelen. De antwoorden kunnen worden gegeven op een schaal van 0 (helemaal niet mee eens) tot 5 (helemaal mee eens), waarbij de totaalscore inzicht geeft in de mate van participatie volgens de ladder.
Vragenlijst: Mate van Participatie
- Informatievoorziening ‘Ik word tijdig en volledig geïnformeerd over beslissingen die mijn gemeenschap beïnvloeden.’ Jouw cijfer: ……….
- Raadpleging ‘Ik word regelmatig gevraagd om mijn mening te geven over plannen of beleid.’ Jouw cijfer: ……….
- Inspraak ‘Mijn feedback wordt serieus genomen en zichtbaar meegenomen in de uiteindelijke besluiten.’ Jouw cijfer: ……….
- Partnerschap. ‘Ik werk samen met autoriteiten om gezamenlijke beslissingen te nemen.’ Jouw cijfer: ……….
- Besluitvormingsmacht ‘Ik heb een duidelijke stem en invloed op de uitkomst van beslissingen.’ Jouw cijfer: ……….
- Toegang tot middelen. ‘Ik krijg toegang tot de benodigde middelen of ondersteuning om effectief deel te nemen aan beslissingen.’ Jouw cijfer: ……….
- Transparantie. ‘De processen en besluiten zijn voor mij volledig transparant en begrijpelijk.’ Jouw cijfer: ……….
- Invloed op prioriteiten. ‘Ik heb invloed op het bepalen van de prioriteiten binnen mijn gemeenschap.’ Jouw cijfer: ……….
- Controle over besluitvorming. ‘Ik heb de mogelijkheid om volledig zelfstandig beslissingen te nemen over bepaalde onderwerpen.’ Jouw cijfer: ……….
- Erkenning van jouw bijdrage.’Mijn inbreng wordt erkend en gewaardeerd door autoriteiten of besluitvormers.’ Jouw cijfer: ……….
Uitleg van de scores
0-10: Geen participatie of manipulatie (trede 1-2).
11-20: Schijnparticipatie (informatie en raadpleging, trede 3-5).
21-30: Betrokkenheid met beperkte macht (partnerschap en inspraak, trede 6-7).
31-40: Volledige participatie (delegatie van macht en burgercontrole, trede 8).
Afsluitend
Ik zou het leuk vinden dit model in februari 2025 te gaan gebruiken en zien hoe we er verder mee kunnen werken. Eens in studiegroepen laten invullen, bespreken en zien of het nuttig kan zijn bij een analyse. Lijkt me ook een aardig model om bij een onderwijsinstelling te gebruiken.

Vlaamse overheid heeft een goed werkplan rond deze ladder. Informatie zit onder deze tekst.
Ontdek meer van Grip op je:
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.